VOORWOORD
EEN AMSTERDAMSE FAMILIE IN CHINA
1919-1946
1919-1946
Tante Anneke deed haar intrede in onze familie op negentienjarige leeftijd, toen ze zich verloofde met onze jongste oom van moederszijde, Ben Knüppe, mijn peetoom. Ze zou onze jongste tante worden. We zagen een vriendelijk, slank meisje met een blozend gezicht en een zachte oogopslag. Ondanks haar jonge leeftijd gaf Anneke de Jongh de indruk dat ze wist wat ze wilde in het leven. Het gezin van zes kinderen, waarvan zij de oudste was, was nog niet zo lang geleden teruggekeerd uit China.
Toen ze een jaar later met Ben Knüppe trouwde, op 14 juni 1951, maakten we kennis met haar ouders, broers en zusjes. Ik was toen zeven jaar oud en mocht in mijn gesmokte jurkje en mijn Gerzon manteltje met fluwelen kraagje mee naar de hu- welijksmis. Wij, de oudste neefjes en nichtjes waren allemaal nog onder de tien jaar oud en we vingen flarden van gesprekken van de oudere generatie op. We hoorden dat alle kinderen De Jongh in China geboren waren, behalve dochter Jetje die tijdens een verlof in Nederland was geboren. Anneke was als eerste kind, onder de naam Annie, in 1930 in Hong Kong geboren. Vader Frans de Jongh vonden we een man van de wereld, al wisten we toen nog niet precies wat dat betekende. Hij was lang en slank, had iets mondains en elegants. Hij had een klein rond hoofd, rode wangen en de allure van een oud-koloniaal, een keurig geklede gentleman of Parijzenaar. Wij vermoedden dat hij bijzonder was en hij was dan ook, iets wat we nog niet wisten toen, een Old China Hand.1 Waarschijnlijk had hij veel te vertellen over wat hij al die jaren in China had meegemaakt. Zijn vrouw, die mooi Nederlands sprak, maakte een deftige en degelijke Hollandse indruk, maar ze had ook iets zwierigs. Ze droeg een lange, donkere gebloemde rok, een elegante hoed, versierd met een tuiltje bloemen en praatte honderduit. Anneke sprak prachtig Nederlands met een Engels accent en de karakteristieke Engelse geaspireerde ‘t’. Voor ons had die manier van spreken iets exotisch en chics.
Naarmate ik ouder werd, werd ik steeds nieuwsgieriger naar de Chinese tijd van deze familie. De herinneringen aan mijn verblijf van vier jaar in het buitenland, in het prille postkoloniale Zambia, wakkerden deze belangstelling aan. Toen ik de leeftijd bereikte waarop ik al wat op mijn eigen leven begon terug te kijken en waarop ik steeds liever biografieën dan romans las, sprak ik er wel eens met tante Anneke over dat haar levensverhaal voor veel mensen de moeite van het lezen waard zou zijn. In Nederland is niet veel bekend over het leven in China tijdens de Republiek China en weinig Nederlanders kunnen op zo’n bijzondere jeugd terugkijken. De plannen om haar verhaal op te schrijven werden echter nog niet concreet.
In 2010 maakten tante Anneke en ik alsnog een plan om haar herinneringen op te gaan schrijven. Zij beschikte ondanks haar tachtig jaar over een fabelachtig geheu- gen, zodat zij mij nog heel veel wist te vertellen over haar jeugd in China. Er bleken uiteindelijk brieven en foto’s te bestaan van Frans de Jongh van 1919 tot 1946 met een aantal onderbrekingen tijdens verloven en de tijd in een Chinees jappenkamp. La- ter schreef zijn vrouw Willy de Jongh-Defoer mee. Ook van het thuisfront, de familie Defoer, zijn een aantal brieven bewaard gebleven. Wat begon als een biografie van de jeugd van mijn tante werd de geschiedenis van de familie De Jongh in China toen ik de beschikking kreeg over de rijk gevulde mappen met brieven.
PREFACE
AN AMSTERDAM FAMILY IN CHINA
1919-1946
1919-1946