go to home page




PEARL HARBOR 7-8 DECEMBER 1941

Op 8 december 1941 vielen de Island Dwarfs — het Chinese scheldwoord voor Japanners — de Amerikaanse haven op Hawaii aan. De officiële datum is 7 december, maar omdat tussen Honolulu en China de internationale datumlijn lag, vond de aanval op Pearl Harbor in China op 8 december lokale tijd plaats. Pamela Masters, die kostschoolleerling was op de school van Anneke, de St. Joseph's High — ze heette toen nog Bobby Simmons —, omdat haar ouders in Chinwangtao woonden, waar haar vader voor de Kailan Mining Administration werkte, vertelt in haar boek The Mushroom Years wat er in Tientsin op 8 december gebeurde. De smalle Taku road, die evenwijdig liep aan de elegantere Rue de France/Victoria road, was gewoonlijk de drukste straat van Tientsin. Het wemelde er altijd van de door koelies of muilezels getrokken karren vol steenkool en andere producten. De hobbelende riksja's slingerden er steevast door de stroom fietsers heen, venters prezen luidkeels hun waren aan en ongeduldige auto's probeerden zich er een weg doorheen to banen. Nu was deze straat echter helemaal stil gevallen. Vanuit de hutongs tuurden de Chinezen waakzaam naar buiten. Pamela en haar vriendinnen, die enkele jaren ouder dan Anneke waren, merkten de veranderingen in de stad op toen ze 's morgens vroeg op weg waren naar de gemengde Engelse Tientsin Grammar School om daar hun Cambridge Overseas eindexamens of to leggen. Overal op straat zagen ze zwaar bewapende Soldaten Topen. Tussen de concessies in bevonden zich op de kruispunten hekken en barricades, net als in 1939.

De meisjes konden niet door de gesloten concession gates komen en gingen via steegjes terug. Bij de familie van Monique, een Franse vriendin, waar ze op de terugweg naar hun internaat bij aanbelden, waren ze niet welkom. Deze ouders waren zeer anti-Vichy geweest Binds in 1940 een deel van Frankrijk door de Duitsers was bezet. Nu kozen ze er uit voorzorg voor om pro-Vichy te zijn om zo de Japanners als vrienden tegemoet te kunnen treden.

Anneke vertelt dat ze die dag geen school had omdat 8 december een officiële katholieke feestdag was: `De dag van Heilige Maria van de Onbevlekte Ontvangenis.' Haar zusjes en zij waren al voor dag en dauw opgestaan om naar de vroege mis van 8.00 uur te gaan in hun parochiekerk, de Église Saint Louis, die tussen de Franse en Engelse concessies lag. Ze kwamen op de terugweg langs de met prikkeldraad en barricades versterkte concessiehekken en zagen overal de vele gewapende Japanse soldaten, maar ze konden in hun eigen concessie blijven om veilig thuis te komen. Toen ze daar aankwamen bleek dat wader Frans nog niets had gehoord. Wel had hij gezien toen Willy en hij uit de kerk kwamen, dat de Engelse concessie door Japanse soldaten bezet was. Hij probeerde direct berichten over de radio te krijgen, maar dat lukte niet meteen. Nadat de meisjes verslag uitgebracht hadden van wat er in de stad gaande was riep hij uit: "O jee, nou is het mis!" Later begrepen ze dat een grote oorlog in de Pacific was losgebarsten door een aanval van Japan op Hawaii, Hong Kong, de Filipijnen en het Straits Settlement. Het was een oorlog tussen Japan en Engeland/ Amerika. Frans dacht dat hij ieder moment gearresteerd kon worden en zette vast een koffertje klaar. Frans en Willy dachten toen dat hun oudste vier kinderen veiliger zouden zijn als kostschoolleerlingen op hun eigen school. De Japanners zouden hen immers, als ze thuis bleven wonen, kunnen beschouwen als vijanden. Als boarders zouden ze meer kans maken om uit de banden van de Japanners te blijven. Ze pleegden overleg met Mother Superior, die de meisjes vervolgens onder haar hoede nam. Antoon zou ondergebracht worden bij de frères maristes van de École Saint Louis. Fransje zouden ze in geval van nood kunnen onderbrengen bij Mrs Gruenberg. Anneke herinnert zieh nog de slaapzaal met de witte chambretjes tussen de gordijntjes. Het was allemaal zo anders dan thuis. De drie zusjes hadden in meerdere of mindere mate heimwee. Ze waren nog nooit zo lang van huis geweest en ze voelden natuurlijk dat er gevaar dreigde, zonder dat gevaar precies te kunnen benoemen. Ze misten hun ouders en op de grote onpersoonlijke slaapzaal verlangden ze naar hun gezellige slaapkamer thuis. Wiesje klaagde een week lang steen en been. Anneke weet nog heel goed, dat kleine Jetje van zes jaar het er niet uithield. Ze bleef er daarom maar vier dagen. Ook Anneke en Wies kwamen al na tien dagen weer thuis, omdat er niet zoveel veranderde in de stad en het rustig bleef.

Op 11 december schreef Frans in het babyboek van Anneke dat Amerika twee slagschepen en andere oorlogsschepen verloren had in Hawaii. Japan stond ongelofelijk sterk door de grote overmacht van haar marine. Hij verwachtte nu de bezetting van de Filipijnen, Singapore en Indië, vandaar dat zijn opluchting groot was dat, te-gen het advies van de Legaten in, Willy en de kinderen niet naar Indië waren vertrokken. Begin augustus waren alle fondsen bevroren door de Amerikanen en Engelsen en werd vertrek naar Indië dringend geadviseerd. Nu na vier maanden was het ook een opluchting to weten waar je aan toe was. De miskraam van Willy was misschien ook een zegen geweest in deze `woelige' tijd. De Japanse Soldaten gedroegen zich uiterst correct. Verschillende Engelsen en Amerikanen waren onder (huis)arrest, maar niemand had een Blechte behandeling gemeld. ledereen moest wel in de eigen concessie blijven. De zaken gingen echter moeilijk. Na hevige gevechten waren inmiddels Hong Kong (op kerstdag), Maleisië, de Straits en een groot deel van de Filipijnen bezet. Nederlands-Indië werd aangevallen en Japan leek de overhand to hebben, maar dat zou ook eenzijdige berichtgeving kunnen zijn. In ieder geval was Nederland nu ook in oorlog met Japan. Frans was rustig. Al die oorlogen waren ver weg en ze hadden het nog goed, ze hadden genoeg geld om het nog een tijd uit to zingen. 'Onze zorgen stellen we uit tot morgen.'

Iedereen was gelukkig met kerst weer bij elkaar in de Rue Dillon. Anneke her-innert zich dat deze kerst Russische en Poolse kostschoolmeisjes van Saint Joseph's High School, die onder deze omstandigheden niet naar huis konden, bij hen thuis werden uitgenodigd voor een tea party en dat er spelletjes gedaan werden, waaronder het Koekoekspel, dat je met een grote groep kunt speien. Frans had dat spel in zijn jeugd altijd met zijn broers en zussen gespeeld. Het wordt nu nog steeds op familiereünies gespeeld door Annekes kinderen en kleinkinderen.

Hoewel een onbestemd gevoel van dreiging als een zwarte wolk over de stad bleef hangen, leek het leven na 8 december 1941 in de concessies op dezelfde voet door to gaan. De meisjesschool lag in hun eigen concessie, dus hoefden de meisjes niet door de barricades heen. Helaas waren de geliefde parken in de Engelse concessie niet meer to bereiken. Het sociale leven ging binnen de eigen concessie nog wel door en ondanks de evacuatie van veel vrouwen en kinderen lagen de etalages nog vol met kerstspullen. Wat zou Amerika gaan doen? De geallieerden waren nu officieel de vijanden van Japan. Aan alle mensen, ook schoolkinderen, die de geallieerde nationaliteit hadden werden rode, vijf centimeter brede katoenen banden verstrekt, waarop met zwarte inkt in karakters hun nationaliteit stond afgedrukt. Deze banden of tags, die doen denken aan de geie davidsterren, moesten om de bovenarm gedragen worden. De Nederlanders hadden armwikkels waarop hun eigen nationaliteit afgedrukt stond. In Tientsin waren de teksten op de wikkels, die de nationaliteit aangaven, in complimenteuze bewoordingen gesteld.382 Dat gaf de buitenlanders de hoop dat ze de oorlog mochten uitzitten in hun eigen huizen. De bewegingsvrijheid van de geallieerde bewoners werd echter beperkt. Ze hadden min of meer huisarrest.

Op reis gaan was niet meer toegestaan. Bovendien werden ze in de gaten gehouden. Telefoons werkten niet meer. Je concessie verlaten mocht eigenlijk niet, slechts bij boge uitzondering kon dat, maar dan had je toestemming en speciale pasjes nodig. De kinderen gingen met de fiets en hun rode armwikkels om naar school in de Franse concessie. De ambtenaren van de municipal government werkten door onder supervisie van de Japanners.

De Britse concessie werd als represaille opgeheven — de Engelsen hadden immers de Japanners tegengewerkt. Dit betekende dat er langzamerhand een einde kwam aan de hegemonie van de westerse mogendheden in Tientsin. De Britse wijk werd nu een controlegebied, waarover het Japanse leger de supervisie had. De Japanners bezetten belangrijke gebouwen, instituten en bedrijven en namen alle voorraden, alle geldmiddelen en de hele inventaris in beslag. Veel bedrijven verbrandden snel hun documenten of spoelden ze door de wc. Radio's werden geconfisqueerd. De Japanners namen alle handelsgoederen die in de godowns opgeslagen lagen in beslag en stuurden de waren naar Japan. Ook auto's en melkkoeien werden naar Japan gebracht. Zakenlieden gingen toen maar op de fiets naar hun werk. Japanners werden vervolgens opzichters in de godowns. Katoen-, zijde-, wol- en meelfabrieken werden gedwongen voor de jappen to werken. De Japanse kalender werd nu in heel Noord-Oost China ingevoerd (zomer- en wintertijd). De bezetters hadden belangstelling voor Westerse luxegoederen zoals vulpennen en gouden horloges. Platina horloges vonden ze niet interessant.

De metalen decoraties en het sierhekwerk van de Gordon Hall werden verwijderd om als schroot to worden verwerkt.387 Veel Nederlanders, met name die uit Shanghai, waren al vôôr Pearl Harbor vertrokken naar Nederlands-Indië. De meeste Nederlanders in China hadden steeds gedacht dat het Oosten veiliger voor hen was dan Europa, maar ook dat Indië veiliger was dan China. Geen van allen had zien aankomen dat de oorlog zich ook tot het Oosten zou uitbreiden. Toen Anneke na de oorlog alle verhalen over de oorlog in Indië hoorde, was ze blij dat haar vader het hele gezin toch in China had gehouden. De Chinese bevolking in Tientsin was op de hand van de geallieerden. Bij het zien van een rode armband werden ze heel hoffelijk en vriendelijk. Mensen kregen soms gratis riksja's, ritjes of voedsel. Of ze staken hun duim op om de buitenlanders to steunen. Na 8 december 1941 werden de historische straatnamen door de Japanners veranderd in nummers en zag je overal Japanse vlaggen wapperen.

Na de aanval op Pearl Harbor is er tot aan het einde van de oorlog nog maar sporadisch contact geweest tussen de familie De Jongh en het thuisfront. De gewone Postdienst was opgeschort. Anneke vertelt dat hun leven in 1942 gewoon doorging in hun stad, maar uitstapjes buiten de stad kwamen niet meer voor. In januari schrijft Frans, in een brief in Wiesjes babyboek dat hun leven niet veranderd was, ofschoon ze oorlogsgevangenen waren. Het gebrek aan bewegingsvrijheid was vervelend. Ze hadden geen enkel contact meer met vrienden en bekenden in de Engelse concessie. Een gerucht deed de ronde dat de Engelse concessie een concentratiekamp zou worden voor alle Amerikanen, Engelsen, Belgen, Grieken en Fransen. Frans had nog Been `aanzegging' gehad. Ze vierden de kerstdagen als vanouds met een kerstboom en op oudejaarsavond dineerden ze thuis. De oudste meisjes kwamen aan tafel in hun `avondtoiletten'.

Op 29 januari 1942 nam Frans contact op met de beer De Hesselle, een Zwitser die in China gewerkt had en nu in Zürich woonde, wiens moeder in Tientsin achtergebleven was. Frans had in de kraut gelezen dat er weer een postverbinding bestond met Zwitserland, via Siberië. Hij vertelde De Hesselle dat ze het allemaal goed maakten, ook zijn moeder en vroeg hem om zijn bericht door to geven aan de familie Defoer in Amsterdam, waarvan hij het adres bijvoegde. De brief is met blauwe inkt op luchtpostpapier getypt. Het is een afschrift van het origineel dat door Frans getypt is op gelinieerd papier en ook bewaard is gebleven.

De gehele wereld is nu wel in oorlog, maar ik ben blij to kunnen zeggen dat wij tot nu toe weinig of geen last hebben ondervonden. Wij zijn rustig in ons huis kunnen blijven en Scholen en Leven gaan gewoon verder. Alleen natuurlijk geen zaken, maar wij kunnen ons voorlopig gelukkig nog redden wat geldmiddelen betreft. De laatste weken voor de oorlog hadden wij ernstig overwogen dat mijn vrouw en kinderen zouden vertrekken van hier. Gelukkig is daar niets van gekomen en zij zijn thans hier heel wat beter dan by. in Indië- of erger nog onderweg.- Je moeder zagen wij vroeger geregeld, maar sedert den oorlog niet meer want zij is nog steeds in het Astor House en er is thans geen vrije passage tussen de Franse en de ex- Britse concessies. Ik ontmoet echter dikwijls Helbling van jelui kantoor en ik hoor van hem dat je moeder het goed maakt. Klamer van het kantoor van Kleijn ziet haar ook of en toe. Zij verlangt natuurlijk erg naar Europa terug to keren, maar dat is buitengesloten en zij zal het einde van den oorlog hier moeten afwachten en wij hopen dat dit niet al to lang zal duren. Mocht je Kien of Boddé in Rotterdam eens zien of schrijven, doe hem dan mijn groeten en zeg dat allen het goed maken. Van La Paine in Shanghai hoor ik geregeld. Van Hongkong kantoor echter nog geen nieuws ontvangen sedert den oorlog en hoop ik dat onze menschen er daar goed zijn afgekomen.


Frans vroeg hem of hij hem wilde melden of de brief op deze manier was overgekomen. Rechts bovenaan de brief Staat getypt dat hij is ontvangen op 29 april 1942. Anneke vertelt over deze periode dat ze aan haar vader kon merken dat de zaken alsmaar moeilijker werden en dat er allerlei restricties van kracht werden. Hij mop-perde nogal en was sowieso van aard gauw bezorgd. Ze waren tot dan toe natuurlijk een rijk en zorgeloos Leven gewend, maar vader, die al als zuinig bekend stond, werd nu uiterst `zuunig', iets wat moeder niet begreep. Ze leefden nu van hun spaargeld, aangezien er geen inkomsten waren.

Vanaf dit moment hadden de De Jonghs of en toe contact met Holland via Zwitserland of via Het Rode Kruis, dat korte berichtjes doorstuurde via met rode letters voorbedrukte formulieren. De heer De Hesselle vroeg bij federe brief aan Pa of hij de brief naar het kantoor van de HCHC in Rotterdam wilde doorsturen met het verzoek om hem daarna weer aan hem to sturen. Er zit bij de bewaarde documenten ook een briefje van Frans' vriend: dhr. Van der Hoff. Hij informeerde bij de familie Defoer naar Frans en zijn gezin en hoopte dat ze goede berichten hadden. `Zij die vertrouwen haasten niet, God zal onze rechte zaak recht doen wedervaren.'

In april schrijft Frans in Wiesjes babyboek, dat Indië nu bezet was. Japan viel Australië aan en was via Birma op weg naar Engels India. Hij zou met zijn gezin wel weg willen uit China, maar wist niet waarheen. Op 3 april was zijn mooie auto door de militiaren in beslag genomen. Hij reageerde er gelaten op. Het gebeurde overal. Hij gaf zich op voor evacuatie naar Zuid-Afrika, maar verwachtte daar niet veel van. Britten zouden zeker voorrang krijgen.

Het volgende bericht is van 5 mei 1942 en is verstuurd via het Roode Kruis'. De ontvangstdatum in Holland was 27 mei. Er zit een afschrift bij: `Lieve Ma, Pa, gelukkig allen bijeen. Allen zwaar verkouden geweest nu hersteld. Japanners zeer netjes. Alles goed thuis? Dikke kus Willy.' Er is een tweede bericht van die datum. `Allen goed hier, geen moeilijkheden, zaken onmogelijk, Willy miskraam.

Kinderen leeren goed, Jos geschreven vôôr oorlog, Louis getrouwd, Frans.' Meer ruimte was er niet op de Rode Kruis briefformulieren. Willy had voor de tweede keer een miskraam. Ze zou er in juli 1942 over schrijven via de heer De Hesselle.

De heer Kien van de HCHC stuurde op 20 mei een brief aan Pa Defoer, waarin hij meldde dat hij het bericht van Frans ontvangen had en blij was dat hij en zijn gezin het goed maakten. Hij constateerde dat daar ter plaatse blijven het beste gebleken was. Ook was hij blij dat Frans contact had met La Paine in Shanghai, die het kennelijk dus ook goed maakte. Noch van Hong Kong, noch van de andere kantoren hadden ze iets gehoord. Binnenkort zou hij bij de Defoers op bezoek komen, wanneer hij voor zaken in Amsterdam moest zijn.

Het volgende briefje van 27 mei 1942 is van De Hesselle aan Pa Defoer. Hij had Pa's brief inclusief een foto aan Frans gestuurd. Frans zou deze over ongeveer twee maanden ontvangen, dus tegen eind juli. En er was weer een brief van de heer Kien aan Pa Defoer bij van 10 juni. Hij was blij dat de Japanners de buitenlanders netjes behandelden. `Het zou ons niet verwonderen als inderdaad door Tokio het consigne werd uitgegeven, dat de buitenlanders in de bezette gebieden en misschien speciaal de Franschen en de Hollanders goed behandeld moeten worden, in de hoop later medewerking van die landen in het Verre Oosten to zullen verkrijgen. In hoeverre deze Japansche verwachting in vervulling zal gaan, zal later moeten blijken. Persoonlijk hebben wij daarvan geen groote verwachting.'

De brieven van Pa en Ma, die De Hesselle op 6 en 27 mei naar Frans stuurde, zijn niet bewaard gebleven. Frans beantwoordde die op 21 juli 1942. Hij begon met: `Beste Hesselle'. Hij vertelde dat de brief van 6 mei het eerste bericht van thuis was geweest sinds oktober 1941. `Wij vonden het ook erg aardig dat je destijds de ontvangst van mijn brief van Januari per draad aan je kantoor hier adviseerde.' Frans en zijn familie maakten het goed. Helaas ging het minder goed met de moeder van De Hesselle, ze werd nu verpleegd in het `Duitsch-Amerikaans hospitaal', waar Frans en Willy haar niet konden opzoeken. Frans had het ziekenhuis wel opgebeld. Er was echter nog geen diagnose. Ook had hij geen nieuws van de familie Stang, omdat ze geen telefoon hadden. De Hesselle had misschien zelf briefcontact met hen, dacht Frans.

De De Jonghs verkeerden in goede gezondheid. Ze gingen dit jaar niet naar Peitaiho. Willy en de kinderen konden de bitte wel verdragen, meenden ze, en over een maand zou de warmte al weer voorbij zijn. In juni waren alle Amerikaanse diploma-ten vertrokken, hetgeen geen goed teken was. Op kantoor had Frans heel weinig of niets to doen. Hij verveelde zich niet, want hij hield zieh bezig met Hollandse les aan de kinderen. Intussen hadden Antoon en Jetje op 8 mei tegelijk hun Eerste Heilige Communie gedaan. Frans zou een `kiekje' bij de brief insluiten. Het vreemde gezicht op de foto was een logee. Ze heette Tati Wulach (Tatjana), een Duitse Jodin, die een tijdje bij hen in Tientsin gelogeerd had om een visum te bemachtigen voor haar en haar zusje Anuta, voor Harbin, waar haar ouders woonden. Tati was een literair geschoold meisje dat in The Oriental Bookstore werkte van auntie Paradisis. De ouders Wulach waren niet gerust op de ontwikkelingen in Duitsland en Rusland, waar het antisemitisme groeide. Ze zetten later alles op alles om de meisjes van Harbin naar Engeland to krijgen, hetgeen uiteindelijk gelukt is. Het visum was inmiddels in orde en aan het eind van de maand zou ze vertrekken, dit tot grote spijt van de kinderen, die dik bevriend met haar waren geworden.

Van Jules, Louis en Jos waren er geen berichten. Volgens de krant was er weer een postverbinding met Java. Frans ging het proberen. Hij had geregeld contact met de collega's van Shanghai, La Paine, Kleijn en Van de Voort. Hij had hun De Hesselles adres gegeven. Van de collega's in Hong Kong, Klimanek, Hubert en Beukers geen bericht. Niet verontrustend, want de controle was daar zeer scherp. Frans feliciteerde Paul met zijn huwelijk (met Wiesje). Het leek op de foto of hij wat was aangekomen, waarschijnlijk door de goede zorgen van zijn vrouw. Net en Herman feliciteerden ze met hun vijfde dochter. Wil was er hevig jaloers op. `De ooievaar schijnt nog niet gerantsoeneerd to zijn.' Jet zou nu ook al wel haar baby gekregen hebben.

Verder schreef Frans dat er bij hen sprake was van een evacuatie of een repatriatie. Hij hoopte dat het niet doorging. Waar zouden ze heen moeten? In Tientsin ontbrak het hen aan niets. Je kon dat niet over veel plaatsen in de wereld zeggen. Frans vond het een aardige attentie van Han en Jet dat ze Pa & Ma bloemen gestuurd hadden op 17 maart, toen Frans en Willy 12 1/2 jaar getrouwd waren. Hij stuurde de groeten aan de families Kien en Boddé en aan de vrouw van De Hesselle.

Willy schreef dat ze blij was dat Pa & Ma het goed maakten. De logee, die vandaag al drie maanden bij Frans en Willy in huis was, vond Willy op Paul lijken. `Daar bof je bij, Paul!' Ze feliciteerde Net met haar zevende kind. 'Je hebt me met glans verslagen. Jammer dat het 't 2 x bij me is misgegaan.' Juist op het Communiefeest lag ze voor tien dagen in bed. Ze hoopte dat Jet een dochter had gekregen.

Het was zo heerlijk weer iets van elkaar to horen. Wat de kinderen betreft. Anneke was nu 1 m 58 lang en woog 100 Engelse pound. Ze was inmiddels bijna even lang als Willy. Wiesje was 1 m 32 lang en woog 64 pound. `Liefs van Willy.'

In het grote familiealbum zien we foto's van het communiefeest van Antoon en Jetje, op 28 mei 1942. Antoon in een korte witte bermuda, een wit overhemd met korte mouwen, witte sokken en witte Sandalen. Naast hem Staat Jetje in een witte lange jurk, het haar in knotjes aan weerszijden van haar hoofd, waar een lange witte sluier, die afgewerkt is met een bloemenkransje op haar voorhoofd, overheen valt. Tottie, die al weer bij de De Jonghs logeerde, een knap jong meisje met kort donker haar, poseert met alle kinderen. Anneke en Wies dragen lange vlechten. Anneke is inderdaad lang geworden en bijna net zo groot als Tottie. Jetje en haar vriendinnetje Renée Bargeton, een donker meisje dat uit Madagascar afkomstig was, poseren in identieke, waarschijnlijk door de nonnetjes gemaakte `bruidsjurken' op een fraai gebeeldhouwd Chinees bordes. Anneke en Wies dragen vrolijke witte zomerjurkjes, bedrukt met een bloemenprint. Verder zijn er in juli en augustus voornamelijk foto's gemaakt van het hele gezin in de tuin van Rue Dillon 60, waarschijnlijk om op to sturen paar Holland. Iedereen ziet er vrolijk en gezond uit!

Van de volgende brief van 25 augustus 1942 zijn het origineel en een kopie bewaard gebleven. De kopie, overigens alleen van het door Frans getypte gedeelte, draagt een blauw Stempel copy. Uit een volgende brief blijkt dat Frans deze brief via De Hesselle gestuurd heeft. In Holland werden kopieën van de brieven gemaakt door Pa Defoer voor de HCHC. Onder het getypte origineel, op gewoon papier, hebben Antoon, Anneke, Willy en Wiesje een stukje met de hand geschreven, waarschijnlijk omdat ze na waders lessen `Hollandsch' konden schrijven. Kleine Frans en Jetje sloten af met een krabbeltje in potlood. Frans typte een gelukwens voor Pa, die 75 jaar oud was geworden. Hij vond het jammer voor hem dat deze verjaardag onder deze moeilijke omstandigheden gevierd was en hoopte dat hij zijn volgende verjaardag met alle kinderen en kleinkinderen in een vreedzame wereld zou kunnen vieren. Hij wenste Ma die ook bijna 75 jaar oud was hetzelfde toe in verband met haar komende verjaardag. Alle Nederlandse verjaardagen werden in China door Frans en Willy en de kinderen gevierd, dit keer met ice-cream. Ze hadden op 19 en 31 mei toch nog brieven uit Nederland ontvangen. De gewone post ging sneller nu want de Roode Kruis brief' per luchtpost, van 27 mei, was nog niet aangekomen. Iedereen was gezond. De schoolvakantie was bijna afgelopen, zonder een bezoek aan Peitaiho. Frans had nog steeds niets gehoord van de broers in Indië. Hij bleef schrijven maar wist niet of de brieven hen bereikten. Antoon feliciteerde opa en meldde dat hij een prettige vakantie had gehad. Anneke schreef in een mooi regelmatig handschrift en feliciteerde opa, met de wens er over een jaar bij to zijn. De school zou op haar verjaardag, op 8 September, weer beginnen. Iedere ochtend gaf vader `Hollandsche' les aan de kinderen. Anneke hoopte weer gauw naar Holland to komen om daar opa's volgende verjaardag to vieren. Wij verlangen allen erg naar U [...I een dikke kus van Annie.'

Willy schreef verder. Ze maakten het goed. Ze hoopte dat de oorlog snel ten einde zou komen, zodat ze op verlof zouden kunnen gaan. Ze hadden een flink warme zomer achter de rug, maar de `jeugd' was er goed doorheen gerold. ledere ochtend was er een flinke wandeling gemaakt en `Hollandsch' geoefend met Frans, die hier ook tijd voor had, nu de zaken min of meer Stillagen. Ze had nu even het rijk alleen. Antoon, Wies en Jetje waren de hele dag uit bij een vriendinnetje. Ze waren 's ochtends al om 10.00 uur weggefietst. Ze vroeg aan Jet hoe haar pas geboren dochter heette. Willy was nog steeds een tikkeltje jaloers op alle nieuwe baby's in de familie. Sinds juli werkten de oude amah en haar dochter San Yintze niet meer bij de De Jonghs. Willy zorgde nu helemaal zelf voor de kinderen. Fransje werd immers al zo groot. De zorg voor de kinderen ging haar goed af. 't Is werkelijk een prachtvertooning 's avonds één voor één onder de douche, de badkamer daarna .... niets voor Ma.' Wiesje had in haar stukje, in zwarte inkt, veel woorden verbeterd. Ze feliciteerde opa en groette alle bekenden in Nederland. Ze eindigde met: `Dag, een groote kus van Wiesje.' Fransje stuurde een reuze dikke kus en Jetje een dikke kus voor orna, opa en `groote tante Jet'.

De brief van 7 September 1942 is aan De Hesselle Bericht. Frans bedankte hem voor het doorsturen van een brief d.d. 31 mei van zijn schoonouders. Hij had op 25 augustus via hem een brief gestuurd aan de Defoers. Had De Hesselle ook zijn brieven van 21 en 29 juli ontvangen? De conditie van De Hesselles moeder was onveranderd. Frans kon haar niet bezoeken. Het enige nieuws van haar kwam via Helbling. `Wat is het toch jammer dat je vader zoolang in China is gebleven, maar wanneer wij eenmaal oud zijn (en het niet willen bekennen) dan maken wij misschien dezelfde fout.-' Iedereen maakte het goed. De warme zomer was gelukkig voorbij. Steeds meer Engelsen en Amerikanen werden geévacueerd en het was goed mogelijk dat Frans en zijn gezin vandaag of morgen ook aan de beurt zouden komen. Frans vond dat geen aanlokkelijk Idee. Waar moesten ze heen? Ze hadden het goed in China.

Mocht je Kien nog eens zien, wil je hem dan zeggen dat wij nu bericht hebben van Klimanek, Beukers en Huber en dat zij het goed maken. Er wordt moeite gedaan om hen naar Shanghai over to brengen door bemiddeling van het Roode Kruis.- Appie La Paine heeft nu eindelijk bericht van Annie uit Java dat zij het goed maakt, maar voorloopig bestaat nog geen kans dat zij weer bij elkaar kunnen komen en buitendien zal Appie misschien geëvacueerd worden met de andere Nederlanders uit Shanghai.- Die lui hebben wel pech.- Zooals je weet is Helbling kort geleden in Shanghai getrouwd en hij heeft Appie nog gezien.- Het jonge paar was gisteren even bij ons en ik krijg wel de indruk dat zij goed bij elkaar passen.- Zij is een knap, vlot meisje en waar hij soms wat bedeesd is vullen zij elkaar goed aan.-


Frans eindigde met de groeten voor iedereen en voegde een paar foto's toe. Bij deze brief zit een bedankje van de HCHC voor Pa Defoer. De beer Boddé schreef dat de ouders van Huber en Beukers telegrammen ontvangen hadden, dat hun zonen het goed maakten. Van de heren Klimanek en De K1erk waren er geen berichten.

In het familie fotoalbum zien we een hele serie foto's die gemaakt zijn in oktober 1942. Er is een fotootje met het onderschrift 'Onze farm' waarop de kinderen met een aantal dieren to zien zijn, zoals een paar eenden, een paar varkentjes en nog wat pluimvee. Annie poseert met Jessie Andrew. Beide meisjes hebben vlechten en dragen een zomerjurkje. Het volgende teken van leven is een vergeelde briefkaart van 24 oktober 1942.

Lieve allemaal,
Met een ferme kus wenschen we allen een Zalig Kerstfeest & Gelukkig Nieuwjaar. Wat zal het nieuwe jaar ons brengen. Vrede. Wij allen maken het best, de jeugd is hard aan de Studie voor de overgang in Dec. Van de jongens nog niets gehoord. Allen gezond thuis? Hart. gr aan alle bekenden & veel Tiefs van Willy.

Beste Pa & Ma, familie, Allen een zalig Kerstmis en ook alle goeds voor het Nieuwe jaar, dat laat ons hopen vrede zal brengen. Wij maken het hier best. Alles bij het oude gebleven en hopen hetzelfde voor U en de geheele familie. Sinds Uw R.K. (Rode Kruis) brief van 27/5 hebben wij geen verder bericht van U onrvangen. Wij hopen spoedig iets to hooren.
Allen hartelijk gegroet, Frans

In november zien we nog een paar groepsfoto's van alle kinderen De Jongh met een paar Russische kinderen, Helen en Victor Stanislaus. Op 30 oktober schreef Frans weer in Annekes boek. Het Leven in de Rue Dillon was rustig. Het kantoor en de zaken stonden stil, maar hij had voorlopig genoeg spaargeld. Het was de stilte voor de storm, dacht Frans. Het kon niet zo blijven hier, er zou vast nog wel een crisis komen. Hoewel de oorlog in het westen onhoudbaar leek en waarschijnlijk binnen afzienbare tijd zou aflopen, verliep de Japanse oorlog ongunstiger. Het gehele Oosten was bezet. Naast de al genoemde landen nu ook nog Birma. Wel zag het er paar uit dat Japan niet verder kwam dan Birma, maar de Amerikaanse aanvallen in de Pacific hadden vrijwel geen effect, want de Japanse vloot was sterker dan de Amerikaanse. De enige mogelijkheid was nog het bombarderen van Japan....

Begin november schreef Frans verder, in een ogenschijnlijk rustig Tientsin, waar het gezin het nog steeds goed had. De geruchten dat internering van de vijandelijke onderdanen ophanden was werden echter steeds sterker. De Zwitserse consul had Frans er al voor gewaarschuwd. Frans legde zich al bij zijn lot neer en was bezig zich goed voor to bereiden, maar hoopte dat de Japanners de vrouwen en kinderen vrijstelling zouden verlenen. Hij zou contact opnemen met de Zwitserse consul, die de Nederlanders vertegenwoordigde, en hem vragen to bemiddelen bij de Japanners voor toestemming om de meisjes op St Joseph's en Antoon op de Ecole Saint Louis als boarders in to schrijven. De Japanners gedroegen zich nog steeds netjes. De berichten over de Japanners in Indië vertelden een heel ander verhaal.

Frans vroeg aan zijn oudste dochter of zij met liefde en vooral heel veel geduld voor haar broertjes en zusjes zou zorgen als haar ouders iets zou overkomen of als ze gescheiden van elkaar zouden raken. `God Geve dat het niet to zwaar zal worden.'

De HCHC liet op 16 november aan de heer Defoer weten dat er bericht was uit China van de heer Klimanek. De laatste brief via De Hesselle in Zwitserland tijdens de oorlog uit China van de familie De Jongh is van 4 januari 1943. Frans begon met de beste wensen voor De Hesselle en zijn familie en zijn hoop op vrede. Hij was blij en verbaasd dat zijn brieven nog steeds aankwamen. Ze hadden Kerstmis rustig met de kinderen thuis gevierd. De traditionele kerstbomen waren één dag voor kerst uit Shansi in Tientsin aangekomen, na een reis van twee maanden. Ze hadden — nogmaals via het Rode Kruis — een kersttelegram aan de Defoers gestuurd. De jeugd had vakantie en ze waren allemaal over paar een hogere klas.

De Hesselles moeder ging vooruit. Het koude weer was goed voor haar. Ze moest nog wel in het ziekenhuis blijven, want ze was verzwakt. Frans had met Nieuwjaar een briefje van haar gekregen, dat hij nu aan De Hesselle doorstuurde. Verder bracht Frans de groeten over van de Bielfelds. Hun adres was: 31 Street (ex Hong Kong Rd) House No. 166 - Special Adm. Area. Dit waren zo ongeveer alle nieuwtjes. Mevrouw Kloosterboer gaf nog steeds les in Tientsin. Zij en haar dochters maakten het goed, maar van haar man in Indië was nog steeds geen bericht. Walle en zijn dochter Joan waren geïnterneerd in Tsingtao in de provincie Shantung. Alleen zijn invalide dochter en vrouw mochten thuis blijven. Toch zijn ze later alle vier terechtgekomen in Weihsien, waar ze begin november geïnterneerd werden. Frans hoopte nog meer brieven via De Hesselle to krijgen en ook zijn familie nog eens to leren kennen. Hij vroeg om `kiekjes' en stuurde zijn laatste hartelijke groeten.

#








PEARL HARBOR 7-8 DECEMBER 1941

On December 8, 1941, the Island Dwarfs - the Chinese swear word for Japanese - attacked the US port of Hawaii. The official date is December 7, but because the International Date Line was between Honolulu and China, the assault on Pearl Harbor in China took place on December 8, local time. Pamela Masters, who was boarding school student at Anneke's school, St. Joseph's high - her name was Bobby Simmons at the time - because her parents lived in Chinwangtao, where her father worked for the Kailan Mining Administration, says in her book The Mushroom Years what happened in Tientsin on December 8.

The narrow Taku road, which ran parallel to the more elegant Rue de France / Victoria road, was usually the busiest street in Tientsin. It was always teeming with carts full of coal and other products pulled by coolies or mules. The bumpy rickshaws invariably hurled through the stream of cyclists, hawkers loudly praised their wares, and impatient cars tried to make their way through it. Now this street was completely silent. From the hutongs, the Chinese stared vigilantly outside. Pamela and her friends, who were several years older than Anneke, noticed the changes in the city when they were on their way to the mixed English Tientsin Grammar School early in the morning to take their Cambridge Overseas final exams. Everywhere on the street they saw heavily armed soldier troops. Between concessions, there were fences and barricades at the crossroads, just like in 1939.

The girls couldn't get through the closed concession gates and went back through the alleys. They were not welcome at the family of Monique, a French friend, whom they rang on the way back to their boarding school. These parents had been very anti-Vichy. In 1940 a part of France was occupied by the Germans. Now, as a precaution, they chose to be pro-Vichy in order to meet the Japanese as friends. Anneke says she didn't have school that day because December 8 was an official Catholic holiday: "The day of Saint Mary of the Immaculate Conception." She and her sisters had risen before dawn to go to the early Mass at 8:00 a.m. in their parish church, the Église Saint-Louis, which lay between the French and English concessions. On the way back, they passed the barbed wire reinforced barricades and saw the many armed Japanese soldiers everywhere, but they could stay in their own concession to get home safely. When they arrived there, it turned out that father Frans had not heard anything. He had seen when he and Willy came out of the church that the English concession was occupied by Japanese soldiers. He immediately tried to get messages over the radio, but that didn't work immediately. After the girls reported on what was going on in the city, he exclaimed, "Oh dear, its wrong!" They later understood that a major war in the Pacific had erupted due to a Japanese attack on Hawaii, Hong Kong, the Philippines and the Straits Settlement. It was a war between Japan and England / America. Frans thought that he could be arrested at any time and would have prepared a suitcase. Frans and Willy then thought that their four oldest children would be safer as boarding school pupils at their own school. After all, the Japanese could, if they stayed at home, consider them enemies. As boarders, they would be more likely to stay out of the Japanese's ties. They consulted with Mother Superior, who then took care of the girls. Antoon was to be housed in the frères Marists of the École Saint-Louis. Fransje could put them in an emergency with Mrs. Gruenberg. Anneke still remembers the dormitory with the white chambrettes between the curtains. It was all so different from home. The three sisters were homesick to a greater or lesser extent. They had never been away from home for such a long time and, of course, they felt that danger was imminent, without being able to state precisely that danger. They missed their parents and in the large impersonal dormitory they longed for their cosy bedroom at home. Wiesje complained rock and bone for a week. Anneke still knows very well that little six-year-old Jetje couldn't stand it. She therefore stayed there for only four days. Anneke and Wies also returned home after ten days, because not much changed in the city and it remained quiet.

On December 11, Frans wrote in Anneke's baby book that America had lost two battleships and other warships in Hawaii. Japan was incredibly strong due to the great force of its navy. He was now expecting the occupation of the Philippines, Singapore and India, so his relief was great that, contrary to the advice of the Legacies, Willy and the children had not left for India. At the beginning of August, all funds were frozen by the Americans and the British and departure to India was urgently advised. Now after four months it was also a relief to know where you stand. The miscarriage of Willy might also have been a blessing in this 'turbulent' time. The Japanese Soldiers behaved extremely correctly. Several English and Americans were under (house) arrest, but no one had reported bleak treatment. Everyone had to stay in their own concession. However, things went difficult. After fierce fighting, Hong Kong (on Christmas Day), Malaysia, the Straits and a large part of the Philippines were occupied. The Dutch East Indies were attacked and Japan seemed to have the upper hand, but that could also be one-sided reporting. In any case, the Netherlands was now also at war with Japan. Frans was calm. All those wars were far away and they still had it right, they had enough money to sing it out for a while. "We postpone our concerns until tomorrow."

Everyone was happy again at Christmas in Rue Dillon. Anneke remembers that at these Christmas Russian and Polish boarding school girls from Saint Joseph's High School, who could not go home under these circumstances, were invited to their home for a tea party and that games were played, including the Cuckoo Game, which you play with a large group. Frans had always played that game with his brothers and sisters in his youth. It is now still being played at family reunions by Anneke's children and grandchildren.

Although an undefined sense of threat lingered over the city like a black cloud, life after December 8, 1941 seemed to continue in the concessions on the same footing. The girls' school was in their own concession, so the girls didn't have to go through the barricades. Unfortunately, the beloved parks in the English area were no longer accessible. Social life continued within the own concession and despite the evacuation of many women and children, the shop windows were still full of Christmas items. What would America do? The Allies were now officially the enemies of Japan. All people, including schoolchildren, who had the Allied nationality were given red, five-centimetre-wide cotton tapes, on which their nationality was printed in black ink in characters. These bands or tags, reminiscent of the yellow David stars, had to be worn around the upper arm. The Dutch had arm wraps with their own nationality printed on them. In Tientsin the texts on the wrappers, which indicated the nationality, were written in compliments. That gave the foreigners the hope that they could sit the war in their own houses. However, the freedom of movement of the Allied residents was limited. They had more or less house arrest.

Travelling was no longer permitted. Moreover, they were monitored. Telephones no longer worked. Leaving your concession was actually not allowed, only in exceptional cases was that possible, but then you needed permission and special passes. The children went to school in the French concession by bicycle and their red arm wraps. The municipal government officials continued to work under the supervision of the Japanese.

The British concession was lifted as reprisal - the English had, after all, opposed the Japanese. This meant that the hegemony of the Western powers in Tientsin was gradually coming to an end. The British Quarter now became a control area, under the supervision of the Japanese army. The Japanese occupy important buildings, institutions and companies and seized all supplies, all cash and the entire inventory. Many companies quickly burned their documents or flushed them down the toilet. Radios were confiscated. The Japanese seized all merchandise stored in the godowns and sent the goods to Japan. Cars and dairy cows were also brought to Japan. Businessmen then went to work by bicycle. The Japanese then became overseers in the godowns. Cotton, silk, wool and flour factories were forced to work for the Japanese. The Japanese calendar has now been introduced throughout North-East China (summer and winter time). The occupiers were interested in Western luxury goods such as fountain pens and gold watches. They did not find platinum watches interesting.

The metal decorations and decorative fencing of the Gordon Hall were removed to be processed as scrap metal. Many Dutch people, especially those from Shanghai, had already left for the Dutch East Indies before Pearl Harbor. Most Dutch people in China had always thought that the East was safer for them than Europe, but also that India was safer than China. None of them had seen that the war would extend to the East. When Anneke heard all the stories about the war in India after the war, she was happy that her father had kept the whole family in China. The Chinese population in Tientsin was in control of the allies. Upon seeing a red bracelet, they became very courteous and friendly. People sometimes received free rickshaws, rides or food. Or they raised their thumbs to support the foreigners.

After December 8, 1941 the historic street names were changed by the Japanese to numbers and you saw Japanese flags fluttering everywhere.

After the attack on Pearl Harbor, there was only sporadic contact between the De Jongh family and Holland until the end of the war. The regular postal service was suspended. Anneke says that their lives continued in 1942 in their city, but trips outside the city did not occur anymore. In January, Frans wrote in a letter in Wiesje's baby book that their lives had not changed, although they were prisoners of war. The lack of freedom of movement was annoying. They no longer had any contact with friends and acquaintances in the English concession. There was a rumour that the English concession would become a concentration camp for all Americans, British, Belgians, Greeks and French. Frans still had no "information". They traditionally celebrated Christmas with a Christmas tree and on New Year's Eve they dined at home. The oldest girls came to the table in their 'evening toilets'.

On January 29, 1942, Frans contacted the Mr. De Hesselle, a Swiss who had worked in China and now lived in Zurich, whose mother had remained in Tientsin. Frans had read in the newspaper that there was another postal connection with Switzerland, via Siberia. He told De Hesselle that they were all well, including his mother, and asked him to pass on his message to the Defoer family in Amsterdam, whose address he added. The letter was typed in blue ink on airmail paper. It is a copy of the original that Frans typed on lined paper and has been preserved.

The whole world is at war now, but I am happy to say that we have had little or no trouble so far. We have been able to stay quietly in our house and Schools and Life just continue. Only, of course, not business, but fortunately we can still manage to save money for the time being. The last weeks before the war we had seriously considered that my wife and children would leave from here. Fortunately, nothing has happened and they are now much better here than in India or worse on the road. ― We saw your mother regularly, but not since the war, because she is still in the Astor House and there is now no free passage between the French and the former British concessions. However, I often meet Helbling from your office and I hear from him that your mother is fine. Klamer from Kleijn's office also sees her occasionally. She naturally desires to return to Europe, but that is excluded and she will have to wait here for the end of the war and we hope that this will not take too long. If you ever see or write to Kien or Boddé in Rotterdam, please give him my regards and say that we are all well. I hear regularly from La Paine in Shanghai. However, no news has been received from Hong Kong's office since the war and I hope that our people will be all right there as well.


Frans asked him if he could tell him if the letter had come across this way. At the top right of the letter is typed that it was received on April 29, 1942. Anneke tells about this period that she could tell her father that things were getting harder and that all kinds of restrictions came into effect. He grumbled quite a bit and was easily worried anyway. Until then, of course, they had been accustomed to a rich and carefree life, but father, who was already known as frugal, now became extremely 'avaricious', something Mother did not understand. They now lived on their savings, since there was no income.

From this moment on De Jonghs had occasional contact with Holland via Switzerland or via The Red Cross, which forwarded short messages via forms printed with red letters. Mr. De Hesselle asked for every letter to Pa if he wanted to forward the letter to the HCHC office in Rotterdam with the request to send it back to him afterwards. There is also a note from Frans' friend: Mr. Van der Hoff. He inquired with the Defoer family about Frans and his family and hoped they had good messages. "Those who trust do not rush, God will do justice to our cause."

In April Frans writes in Wiesje's baby book that India was now occupied. Japan attacked Australia and was en route to English India via Burma. He would like to leave China with his family, but did not know where. On April 3, his beautiful car was seized by the militia. He reacted resignedly. It happened everywhere. He signed up for evacuation to South Africa, but did not expect much from it. Britons would certainly be given priority.

The following message is from 5 May 1942 and was sent via the Red Cross. The date of receipt in Holland was 27 May. There is a copy: `Dear Ma, Dad, thank goodness altogether. All had a bad cold now recovered. Japanese very neat. Everything alright at home? Big kiss Willy. " There is a second message from that date. `All good here, no difficulties, business impossible, miscarriage ― Willy. Children learn well, Jos written before war, Louis married, Frans. 'There was no more room on the Red Cross letter forms. Willy had a miscarriage for the second time. She would write about it in July 1942 through Mr. De Hesselle.

Mr Kien of the HCHC sent a letter to Pa Defoer on 20 May, in which he stated that he had received the message from Frans and was pleased that he and his family were doing well. He found that it was best to stay on site. He was also happy that Frans was in contact with La Paine in Shanghai, who apparently made it well. They had heard nothing from Hong Kong or the other offices. He would soon be visiting the Defoers when he had to be in Amsterdam on business.

The next letter of 27 May 1942 is from De Hesselle to Pa Defoer. He had sent Pa's letter including a photo to Frans. Frans would receive this in about two months, so by the end of July. And there was another letter from Mr. Kien to Pa Defoer on 10 June. He was glad that the Japanese treated the foreigners nicely. "It would not surprise us if the consignment was indeed issued by Tokyo that the foreigners in the occupied territories and perhaps especially the French and the Dutch should be treated well, in the hope of later obtaining cooperation from those countries in the Far East. The extent to which this Japanese expectation will be fulfilled will become apparent later. We personally have no great expectation of that. "

The letters from Pa and Ma, which De Hesselle sent to Frans on 6 and 27 May, have not been preserved. Frans answered it on July 21, 1942. He started with: `Dear Hesselle '. He said that the letter of 6 May had been the first message from home since October 1941. "We also thought it was very nice that you advised the receipt of my letter from January by wire to your office here." Frans and his family were doing well. Unfortunately, the mother of De Hesselle was not doing well, she was now being nursed in the "German-American hospital," where Frans and Willy could not visit her. Frans had called the hospital. However, there was no diagnosis yet. He also had no news from the Stang family, because they had no telephone. De Hesselle might have had letter contact with them himself, Frans thought.

The De Jonghs were in good health. They did not go to Peitaiho this year. Willy and the children could tolerate the break, they thought, and in a month's time the heat would be over. All American diplomats had left in June, which was not a good sign. Frans had very little or nothing to do at the office. He was not bored, because he was concerned with Dutch lessons to the children. Meanwhile, Antoon and Jetje had done their First Holy Communion at the same time on 8 May. Frans would include a 'snapshot' with the letter. The strange face in the photo was a guest. Her name was Tati Wulach (Tatjana), a German Jew, who had stayed with them for a while in Tientsin to get a visa for her and her sister Anuta, for Harbin, where her parents lived. Tati was a literary educated girl who worked in The Oriental Bookstore by auntie Paradisis. Wulach parents were not comfortable with the developments in Germany and Russia, where anti-Semitism grew. They later went out of their way to get the girls from Harbin to England, which was ultimately successful. The visa was now in order and at the end of the month she would leave, much to the regret of the children who had become close friends with her.

There were no messages from Jules, Louis and Jos. According to the newspaper, there was another postal connection with Java. Frans went to try it. He had regular contact with colleagues from Shanghai, La Paine, Kleijn and Van de Voort. He had given them De Hesselles address. No news from colleagues in Hong Kong, Klimanek, Hubert and Beukers. Not disturbing, because the control there was very sharp. Frans congratulated Paul on his marriage (with Wiesje). It seemed as if the photo had arrived, probably because of the good care of his wife. They congratulated Net and Herman with their fifth daughter. Wil was very jealous of it. "The stork doesn't seem to be rationed yet." Jet would already have given birth to her baby.

Frans also wrote that they had an evacuation or repatriation. He hoped it didn't happen. Where should they go? In Tientsin they lacked nothing. You couldn't say that about many places in the world. Frans thought it was a nice gift from Han and Jet that they had sent Pa & Ma flowers on March 17, when Frans and Willy had been married for 12 1/2 years. He sent greetings to the Kien and Boddé families and to De Hesselle's wife.

Willy wrote that she was happy that Pa & Ma were doing well. The lodge, who had been living with Frans and Willy for three months today, though Willy was like Paul. "You are lucky, Paul!" She congratulated Net on her seventh child. "You beat me with flying colours. It's a shame it went wrong twice with me. " She was in bed at the Communion Party for ten days. She hoped Jet had a daughter.

It was so wonderful to hear something from each other again. As for the children, Anneke was now 1 m 58 tall and weighed 100 English pounds. She was now almost as tall as Willy. Wiesje was 1 m 32 tall and weighed 64 pounds. "Love from Willy."

In the large family album, we see pictures of the communion celebration of Antoon and Jetje, on 28 May 1942. Antoon in a short white bermuda, a white shirt with short sleeves, white socks and white sandals. Next to him is Jetje in a white long dress, the hair in buns on either side of her head, over which a long white veil, finished with a floral wreath on her forehead, falls over. Tottie, who was staying with De Jonghs again, a pretty young girl with short dark hair, poses with all the children. Anneke and Wies wear long braids.

Anneke is indeed tall and almost as tall as Tottie. Jetje and her girlfriend Renée Bargeton, a dark girl from Madagascar, pose in identical, probably by the nuns made "wedding dresses" on a beautifully sculpted Chinese platform. Anneke and Wies wear cheerful white summer dresses, printed with a floral print. In addition, in July and August photos were mainly taken of the whole family in the garden of Rue Dillon 60, probably to be sent to Holland. Everyone looks happy and healthy!

The original and a copy of the following letter of 25 August 1942 has been preserved. The copy, incidentally only from the part typed by Frans, bears a blue Stamp copy. A following letter shows that Frans sent this letter through De Hesselle. In Holland, copies of the letters were made by Pa Defoer for the HCHC. Under the typed original, on plain paper, Antoon, Anneke, Willy and Wiesje have written a piece by hand, probably because they could write "Dutch" after waders' lessons. Little Frans and Jetje closed with a scribble in pencil.

Frans typed a congratulations for Pa, who was 75 years old. He regretted that this birthday was celebrated under these difficult circumstances and hoped that he could celebrate his next birthday with all children and grandchildren in a peaceful world. He wished Ma who was also almost 75 years old the same in connection with her coming birthday. All Dutch birthdays were celebrated in China by Frans and Willy and the children, this time with ice cream. They had still received letters from the Netherlands on 19 and 31 May. The normal mail went faster now because the Red Cross letter 'by airmail, dated 27 May, had not arrived yet. Everyone was healthy. The school vacation was almost over, without a visit to Peitaiho. Frans had still not heard from the brothers in India. He continued to write but did not know if the letters reached them. Antoon congratulated grandfather and reported that he had a pleasant holiday. Anneke wrote in a nice regular handwriting and congratulated grandpa, with the wish to be there in a year. The school would start again on its birthday on 8 September. Every morning father gave "Hollandsche" lessons to the children. Anneke hoped to return to Holland soon to celebrate Grandpa's next birthday there. We all long for you [... I a big kiss from Annie. "

Willy wrote further. They were doing well. She hoped that the war would soon end so that they could go on leave. They had had a pretty hot summer, but the "youth" had rolled through well. Every morning a long walk had been made and 'Hollandsch' practised with Frans, who also had time for this, now that things are more or less appeased. She now had the empire alone. Antoon, Wies and Jetje were out with a girlfriend all day. They had already cycled away at 10 a.m. She asked Jet what her new-born daughter's name was. Willy was still a little jealous of all the new babies in the family. Since July the old amah and her daughter, San Yintze no longer worked at the De Jonghs. Willy now took care of the children herself. Fransje was already becoming so tall. The care for the children went well for her.

It really is a wonderful show in the evening one by one in the shower, the bathroom afterwards .... nothing for Ma. ' Wiesje had improved many words in her piece, in black ink. She congratulated Grandpa and greeted all the acquaintances in the Netherlands. She ended with: "Goodbye, a big kiss from Wiesje." Fransje sent a big-big kiss and Jetje a big kiss for Oma (=Grandma), Grandpa and `great-aunt Jet '.

The letter of 7 September 1942 is a message to De Hesselle. Frans thanked him for forwarding a letter dated 31 May from his in-laws. He had sent a letter to the Defoers through him on 25 August. Had De Hesselle also received his letters of 21 and 29 July? The condition of De Hesselle's mother was unchanged. Frans could not visit her. The only news from her came through Helbling. "It's such a shame that your father has stayed in China for so long, but once we are old (and don't want to admit it) we might make the same mistake." Everyone made it right. Fortunately, the warm summer was over. More and more Englishmen and Americans were evacuated and it was quite possible that Frans and his family would also have their turn today or tomorrow. Frans found that not an attractive idea. Where did they have to go? They had a good time in China.

If you see Kien again, please tell him that we have now received reports from Klimanek, Beukers and Huber and that they are doing well.

Efforts are being made to bring them to Shanghai through the Red Cross. ― Appie La Paine has finally received a message from Annie from Java that she is doing well, but for the time being there is no chance that they can come together again and in addition, Appie may be evacuated with the other Dutchmen from Shanghai. ― Those people are unlucky. ― As you know, Helbling was recently married in Shanghai and he still saw Appie. ― The young couple was with us yesterday and I get the impression that they fit well together. ― She is a pretty, smooth girl and where he is sometimes a bit shy they complement each other well. ―

Frans finished with greetings for everyone and added a few photos. This letter comes with a thank you from the HCHC for Pa Defoer. The bear Boddé wrote that the parents of Huber and Beukers had received telegrams, that their sons were doing well. There were no messages from Messrs. Klimanek and De Klerk.

In the family photo album, we see a whole series of photos that were made in October 1942. There is a photo with the caption 'Our farm' showing the children with a number of animals, such as a few ducks, a few pigs and some poultry. Annie poses with Jessie Andrew. Both girls have braids and wear a summer dress. The next sign of life is a yellowed postcard from October 24, 1942.

Dear All,
With a big kiss, we all wish a Merry Christmas & Happy New Year. What will the new year bring us? Peace. We all make the best; the youth are hard at the Study for the transition in Dec. Heard nothing from the boys. All healthy at home? Heart. gr to all acquaintances & many best wishes from Willy.

Dear Mom & Dad, family, all have a Merry Christmas and all the good things for the New Year, that will hope to bring us peace. We make it best here. Everything remained the same and hope the same for you and the whole family. Since your R.K. (Red Cross) letter of 27/5 we received no further message from you. We hope to hear from you soon.

All greetings warmly,
Frans

In November we see a few group photos of all De Jongh children with a few Russian children, Helen and Victor Stanislaus. On 30 October Frans wrote again in Anne's book. The Life in the Rue Dillon was quiet. The office and business stood still, but he had enough savings for the time being. It was the calm before the storm, Frans thought. It couldn't stay that way, there would probably be a crisis.

Although the war in the west seemed untenable and was likely to end in the foreseeable future, the Japanese war was less favourable. The entire East was occupied. In addition to the countries already mentioned, now also Burma. The few did look that Japan didn't get any further than Burma, but the American attacks in the Pacific had virtually no effect, because the Japanese fleet was stronger than the American fleet. The only possibility was the bombing of Japan ....

At the beginning of November, Frans continued writing, in a seemingly quiet Tientsin, where the family still had a good time. However, rumours that the enemy nationals' internment was imminent became stronger. The Swiss consul had already warned Frans about it. Frans was already resigned to his fate and was preparing well, but hoped that the Japanese would grant the women and children an exemption. He would contact the Swiss consul, who represented the Dutch, and ask him to mediate with the Japanese for permission to register the girls on St. Joseph and Antoon on the Ecole Saint-Louis as boarders. The Japanese still behaved nicely. The reports about the Japanese in India told a completely different story.

Frans asked his eldest daughter if she would take care of her brothers and sisters with love and above all a lot of patience if something happened to her parents or if they became separated from each other. "God grant it won't be too heavy."

The HCHC informed Mr. Defoer on November 16 that there was news from Mr. Klimanek from China. The last letter via De Hesselle in Switzerland during the war from China from the De Jongh family is from 4 January 1943. Frans started with the best wishes for De Hesselle and his family and his hope for peace. He was happy and surprised that his letters still arrived. They had quietly celebrated Christmas with the children at home. The traditional Christmas trees had arrived from Shansi to Tientsin one day before Christmas, after a two-month journey. They had ― again through the Red Cross ― sent a Christmas telegram to the Defoers. The youth was on vacation, and they were all in a higher class.

The Hassell's mother got better. The cold weather was good for her. She still had to stay in the hospital because she was weakened. Frans had received a letter from her on New Year, which he now forwarded to De Hassell. Frans also conveyed the greetings from the Bielfelds. Their address was: 31 Street (ex-Hong Kong Rd) House No. 166 - Special Adm. Area. These were just about all the news. Mrs. Kloosterboer still taught in Tientsin. She and her daughters were doing well, but there was still no message from her husband in India.

Walle and his daughter Joan were interned in Tsingtao in the Shantung Province. Only his disabled daughter and wife were allowed to stay at home. Yet all of them later ended up in Weihsien, where they were interned at the beginning of November. Frans hoped to receive more letters through De Hassell and also get to know his family again. He asked for "snaps" and sent his last warm greetings.

#